Vítězslav Hálek (geboren op 5 april 1835 in Dolínek bij Mělník; en gestorven op 8 oktober 1874 in Praag) was een Tsjechische dichter, schrijver, toneelschrijver en journalist.
Leven
Hálek was samen met Jan Neruda, Jakub Arbes, Adolf Heyduk en Rudolf Mayer een vertegenwoordiger van de zogenaamde Májovci, met wie een nieuw tijdperk van de Tsjechische literatuur begon en waarvan hij de woordvoerder was. Hij schreef al gedichten toen hij op de middelbare school in Praag zat. Na zijn afstuderen aan de filosofiefaculteit van de Karelsuniversiteit in Praag wijdde hij zich uitsluitend aan literatuur en journalistiek. De focus van zijn werk was lyrische poëzie. Zijn bundel Avondliederen (Večerní písně) en In Nature (V přírodě) behoren tot de fundamenten van de Boheemse poëzie van de 19e eeuw.
Bijzonder realistisch waren zijn verhalen en novellen, waarin Praagse onderwerpen en dorpsverhalen centraal stonden, evenals zijn journalistieke werk. Als redacteur van de nationale krant (Národní listy) schreef hij honderden politieke, literaire artikelen, theaterrecensies en reisverslagen. Hij was betrokken bij de Almanak van de eerste mei (mei 1858) en redigeerde zijn eigen jaarboeken. Hálek was mederedacteur van de tijdschriften Flowers (Květy) en Lumír.
Hij was actief in de Artistieke Discussiegroep (Umělecká beseda), het centrum van het culturele en sociale leven van zijn tijd. Na zijn dood viel de Májovci-groep uiteen en kwamen de nieuwe generaties Ruchovci en Lumírovci centraal te staan.
Májovci
Májovci was een groep auteurs die na 1848 de bloei van de Tsjechische literatuur bevorderden. De naam is afgeleid van het gedicht Máj van Karel Hynek Mácha. In 1858 verscheen de eerste almanak, waaraan Vítězslav Hálek, Jan Neruda, Adolf Heyduk, Rudolf Mayer, Karolina Světlá, Jakub Arbes, Karel Sabina, Josef Václav Frič en Gustav Pfleger-Moravský deelnamen. Na de dood van Hálek in 1874 werd de groep ontbonden. Daarna werd de literaire scene gedomineerd door de tegenstanders Ruchovci en Lumírovci.
Het Májovci-programma bestond uit Macha's nalatenschap en zijn revolutionaire romantiek en maakte de weg vrij voor realisme. Ze voerden campagne voor democratie en propageerden mondiaal burgerschap. Volgens Májovci's ideeën zou de literatuur zich ook moeten bezighouden met maatschappelijke vraagstukken zoals hoe om te gaan met de technische vooruitgang, de positie van vrouwen en de sociale verantwoordelijkheid van het individu. Verdere doelen waren om de Boheemse literatuur op een niveau te brengen dat vergelijkbaar is met andere Europese literatuur en vooral om werken te publiceren.
Werken
Lenteliederen (Večerní písně). Gedichten. 1859
De Carter (Převozník). Duits vanaf?. Furche-Verlag 1964
De erfgenamen van de Witte Berg. Hymne. Muziek 1872: Antonín Dvořák
In de natuur (V přírodě). Gedichten. 1872-1874
Sprookjes uit ons dorp (Pohádky z naší vesnice). 1874
Monument Een monument ter ere van Vítězslav Hálek bevindt zich voor het stadhuis van de nieuwe stad op het Karelsplein in de Nieuwe Stad van Praag. In zijn geboorteplaats Dolínek bij Mělník staat een obelisk en het graf, dat eveneens is versierd met een gedenksteen.
Comments