top of page
Foto van schrijverI Love Praag

Náměstí Míru het plein van de vrede


Náměstí Míru betekent Plein van de Vrede of Vredesplein en is een plein in de Praagse Wijk Vinohrady van de Tsjechische hoofdstad Praag.

De Sint-Ludmillakerk is het meest opvallende gebouw aan het plein. Ook het theater Divadlo na Vinohradech is gevestigd aan het Náměstí Míru. Het plein is te bereiken middels meerdere tramlijnen, daarnaast loopt metrolijn A (groene lijn) eronderdoor. De metro is te bereiken via het metrostation Náměstí Míru dat 53 meter onder het plein ligt. Het metrostation Náměstí Míru is tevens niet alleen het diepste punt van Praag maar zelfs van heel de Europese unie. om Bij de perrons te komen daal je de 87 meter lange roltrap af, dit kost je ongeveer 2,5 minuut als je niet loopt.

Divadlo na Vinohradech wat in het Nederlands betekent: Theater in de Wijngaarden is het theater aan het náměstí Míru Plein van de Vrede. De wijk waar het Vredesplein in ligt heet Vinohrady oftwel in het Nederlands vertaald Wijngaarden. Het gebouw is ontworpen door de architect Alois Čenský. Het theater, dat op 24 november 1907 werd geopend, is een van de grootste schouwburgen van de stad.


De Sint-Ludmillakerk in Tsjechisch: Kostel svaté Ludmily werd tussen 1888 en 1892 gebouwd onder leiding van architect Josef Mocker. De kerk is gewijd aan de heilige Ludmilla van Bohemen. De kerk is gebouwd in neogotische stijl.


Ludmilla van Bohemen

is een Boheemse heilige en martelaar vereerd door de rooms-katholieke en de oosters-orthodoxe kerk.

Ludmilla zou de dochter van de Slavische vorst Sobeslav zijn geweest. In 873 huwde ze met Bořivoj I (852-889), de eerste christelijke hertog van Bohemen. Het echtpaar bekeerde zich tot het christendom door de inspanningen van Methodius van Thessaloniki. Hun inzet om Bohemen te kerstenen werd aanvankelijk niet goed ontvangen en ze werden door hun heidense onderdanen meermaals uit hun hertogdom verdreven. Uiteindelijk konden Bořivoj en Ludmilla terugkeren en regeerden ze verschillende jaren over Bohemen.

Na de dood van Bořivoj trok Ludmilla zich terug in Tetín en besteeg haar zoon Spytihněv I de Boheemse troon. Spytihněv werd in 915 opgevolgd door zijn broer Vratislav I en toen die in 921 overleed, kwam diens zoon Wenceslaus de Heilige aan de macht. Het was hoofdzakelijk Ludmilla die Wenceslaus had opgevoed en na diens troonsbestijging fungeerde ze als regentes voor haar kleinzoon.

Wenceslaus' moeder Drahomíra werd jaloers op de invloed die Ludmilla op haar zoon had. Ze gaf twee edelen, Tunna en Gommon, de opdracht om haar te vermoorden in het kasteel van Tetín, Tetin is een plaats gelegen niet hel ver van Praag. In november 921 werd de moord gepleegd, waarbij Ludmilla naar verluidt met haar eigen sluier werd gewurgd. Na haar overlijden werd ze aanvankelijk bijgezet in de Sint-Michaëlkerk van Tetín.

Ludmilla werd al kort na haar overlijden vereerd als heilige. Als onderdeel van haar canonisatieproces liet haar kleinzoon Wenceslaus in 925 haar stoffelijke resten overbrengen naar de Sint-Jorisbasiliek in Praag. Ze wordt vereerd als patroonheilige van Bohemen, bekeerlingen, de Tsjechische Republiek, hertoginnen, mensen met familiale problemen en weduwen. Haar naamdag wordt gevierd op 16 september.



0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Jan Neruda

Comentarios


bottom of page